Statige, groene variëteit. In het najaar verkleurt de plant okergeel met bruin.
Kleinere vorm van het inheemse pijpenstrootje. Groeit op vochtige, niet te rijke grond.
Nette groeiwijze met lange, smal blad en donkere aren. Hangt iets over.
Mooie middelhoge Molinia met rechtstaande bloeistelen en laag, overhangend blad. De bloei heeft inderdaad wel iets weg van fakkels, geelbruin en hoog boven het blad.
Lage Monarda in een opvallende kleur: heel hard roze, bijna rood. Monarda’s houden van goede grond en volle zon.
Zeer gezonde variëteit, heeft hier nog nooit meeldauw gehad. Bloeit met prachtig brandweerrode lipbloemen in kransen. Groeit snel, regelmatig verjongen.
Lijkt op een Monarda bradburiana maar het zou toch een andere soort zijn. Spreidende groeiwijze, donker blad en in dit geval spierwitte bloemen.
Groot diep ingesneden blad, blauwgroen van kleur, en hangende smalle klokvormige bloemen in kleine trosjes.
Spierwitte Narcis met een iets gerafelde, cremewitte kroon. Wordt gedurende de bloei steeds witter.
Echt witte Narcis met vertakkende bloei. Een oude variëteit maar nog altijd populair.
Groene Panicum waarvan het blad niet grijs of rood verkleurt zoals bij veel andere Panicums. Goede snijbloem. Houdt van iedere niet te droge standplaats in de zon.
Bijzondere Persicaria met donker paarsrood verkleurend blad en donkere, vertakkende stelen. De bloemen staan in hele korte, dikke aartjes en ze zijn felroze gekleurd.
Slanke sierlijke witte aren die aan lange stelen hoog boven het blad staan. Verdraagt wat schaduw.
Mooi compacte variëteit met relatief klein blad en donkerrode aren die kort boven het blad staan.
Hele dikke, korte bloeiaren. Vrij grote planten met veel blad.