Klein tulpje voor verwildering. De bloem is warmgeel met rood.
Klein wild tulpje met puur witte bloemen met een donkerblauw hart. Verwildert langzaam.
Minitulpje met paarse bloemen met een geel hart.
Stinzeplant, verwilderd in Friesland, het Utrechts rivierengebied en de duinen aan de Noordzeekust. De bloemknoppen zijn donkergeel met iets oranje erin en staan mooi van de stelen af. Als de knoppen opengaan worden knalgele stervormige bloemen zichtbaar. Geen bosplant, groeit in grasland op voedselrijke, vrij vochtige grond in de volle zon.
Botanisch Tulpje, geschikt voor verwildering. Houdt van zon en rijke grondsoorten.
Witte vorm van de Zandvaleriaan. Voor een niet te natte standplaats. De bloemschermpjes staan aan smalle stelen, hoog boven het blad. Bescheiden plant.
Langzaam groeiende plant voor rijke, niet te droge grond. Groot, zgn. krom-nervig blad en dikke stelen. Daarboven staan groenwitte bloemen in lange losse aren. Langzaam groeiend, het duurt een paar jaar voor zaailingen bloeien, we verkopen oudere, bloeibare planten.
Kortlevende plant met een zeer rijke bloei. Zaait zich wat uit. Uit grote rozetten met grijsgroen blad komen in de loop van het voorjaar stelen met zalmrose bloemen met een donker oog. Voor een droge, goed afwaterende plek.
Geen langlevende planten maar zeer nuttig als verticaal element in een beplanting. Zeer rijke bloei van witte bloemen met opvallende gele meeldraden, ze staan in lange slanke kaarsen. Goede snijbloem, bijenplant.
Tweejarige die het op goed drainerende grond langer vol kan houden. Mooie verticale planten met een rijke bloei in een bijzondere donkerpaarse kleur.
Ijzerhard. Inheemse plant die voorkomt langs de grote rivieren en in het zuiden van Nederland op stenige, voedselrijke standplaatsen met kalk. IJle bloeiaren met kleine lilaroze bloemetjes.
Kleinere vorm van de bekende Verbesina alternifolia met gele bloemen aan vertakkende stelen. Bloeit midden in de zomer en trekt veel bijen. Smalle groeiwijze. Voor iedere grondsoort in de volle zon.
Kleinere vorm van de bekende Verbesina alternifolia met gele bloemen aan vertakkende stelen. Bloeit midden in de zomer en trekt veel bijen. Smalle groeiwijze. Voor iedere grondsoort in de volle zon.
Dieproze gekleurde bloemen aan korte, dicht bezette aren. Heeft door de dikke aren wel wat weg van een Stachys maar dan met eleganter blad. Houdt van zon.
Wit bloeiende vorm van de inheemse Brede Ereprijs. Vromt een mooie mat van grijsgroen blad met daarboven een rijke bloei van korte, witte aartjes. Stelt niet veel eisen maar houdt niet van warme, droge plekken.
Beschaafde bodembedekker, geen woekeraar maar groeit wel netjes dicht. Donkergroen, iets gezaagd blad dat ook na de bloei mooi blijft. Bloeit in de zomer met knalblauwe aartjes.