Steriele vorm ,; zaait niet uit en bloeit langer dan andere phaeums. Bijzondere bloemkleur: opent wit maar verkleurt naar lichtroze. In het hart van iedere bloem een donkerpaarse ring.
Opgaande groeiwijze. De bloemen zijn heel licht rose, bijna wit, met donkere adering.
Gevonden door Brian Kabbes en genoemd naar zijn moeder. Vrij hoge sanguineum met relatief grote, donkerrose bloemen.
Vrij nieuwe Geum met half gevulde rose bloemen, hoog boven het blad.
Compact groeiende Geum met echt felrode, half gevulde bloemen die duidelijk boven het blad staan. Bloeit tot in augustus. Voor niet te droge plekken in zon of halfschaduw.
Dubbele, knalrode bloemetjes aan donkere stelen. Bijna wintergroen blad. Terugknippen bevordert herbloei.
Paarsode stelen en bloemknoppen, de bloemen zijn halfgevuld en een soort zalmroze met oranje. Lange bloei, tot augustus en soms wat nabloei in het najaar.
Leuk donkerrose bloeiende Geum met bijzondere zaadpluizen met lange zilver-rose gekleurde haren. Lange sierwaarde doordat het zaad lang aan de plant blijft zitten. Groeit op iedere niet te natte grondsoort in de volle zon.
Kleine, rijk bloeiende Iris met een zachte perzikachtige kleur. Bloeit alleen als de rhizomen goed kunnen opwarmen; plant ze niet te diep en in volle zon.
Donkerrode bolletjes die mooi boven het grijsgroene blad staan. De bloemen lijken wel wat op die van Scabiosa, maar dan kleiner.
Iets kleiner dan de soort, verder vergelijkbaar. Mooie wijnrode bloemen die aan dunne stelen boven het grijsgroene blad staan.
Gezaaide vormen van Knautia macedonica die in kleur kunnen variëren van heel licht rose tot donkerrood. Het blad is grijsgroen. Groeit op iedere niet te rijke grond.
Donkerrode scabiosa-achtige bloemen die aan dunne stelen boven het grijsgroene blad wiegen. Op te voedselrijke grond buigen de stelen te ver door en hebben de planten ook moeite om de winter door te komen.
Smal opgaande planten met dunne felrode bloei en grasachtig, taai blad. Ze vragen een warme droge plek in volle zon.