In onze zoektocht naar een goed groeiende rode Astrantia zijn we (voorlopig?) bij ‘Washfield’ uitgekomen. Dit is een van de meest rode Astrantia’s met vele kleine bolvormige schermbloemen. Voor humusrijke, doorlatende grond, eventueel iets uit de volle zon.
Baptisia met prachtig paarsgroen uitlopende stelen en een rokerige, vale bloemkleur, een soort lila paars.
Losjes groeiende, uitbundig bloeiende Klokjesbloem met grote hangende paars-witte klokken. Kan soms wat te enthousiast groeien.
Bloeit de hele zomer met grote paarsblauwe klokken uit bijna zwarte knoppen. Groeit bossig met veel vertakkende stelen.
Snel groeiende Campanula die bloeit met dikke trossen lichtpaarse bloemen. Vraagt een goed doorlatende standplaats.
Centaurea die we opkweken uit zaden van de steppes van Centraal Azië. Groeit op goede grondsoorten die niet uitdrogen. De bloemen staan aan iets vertakkende stelen en zijn lichtpaars gekleurd.
Syn: Bijzondere korenbloem met wijnrode, distel-achtige bloemen en grijsgroen blad.
Knoopkruid. Zeer algemene inheemse plant, groeit in graslanden op dijken en in wegbermen. Erg variabel, de hoogte kan variëren tussen 40 en 120 cm. Houdt van matig voedselrijke, niet te droge plekken in de zon.
Donkerpaarse bloemen met bloemblaadjes die niet helemaal uitrollen waardoor een bijzondere vorm ontstaat, een beetje als een spin.
Korenbloem met donkerpaarse bloemen met opgerolde bloemblaadjes die goed opvallen boven het grijsgroene blad. Kruipende groeiwijze.
Korenbloem uit Oost-Europa en Centraal Azië met grote pollen grijsgroen, ingesneden blad en paars bloemen op dunne stelen. Bijzondere soort!
Rode Valeriaan of Spoorbloem, zo genoemd vanwege de sporen aan de achterkant van de bloemen. Makkelijk bloeiende plant die veel insecten trekt. Groeit op een warme, droge plek.
Sierlijke plant met zacht grijsgroen blad dat niet prikt. De bloemen staan in kleine groepjes aan lange stelen en bloeien donkerrood. Voor niet te droge grond.
Trevor was kleurenblind: blauw is deze vederdistel niet, eerder donkerpaars. Een zusje van Cirsium riv. ‘Atropurpureum’ met hetzelfde zachte grijsgroene, niet prikkende blad en daarboven de bloemen op lange stelen.
Borstelkrans. Opgaand groeiende planten met kleine lichtpaarse lipbloemen in schijnkransen. Houdt van de overgang tussen open plekken en meer beschaduwde bosranden.
Oost-Amerikaanse prairieplant, voorheen ingedeeld bij Eupatorium. Helder blauwpaarse, soms witte, pluizige bloemen. Zeer geschikt voor zware, natte grondsoorten. Kan zich soms snel uitbreiden.