Groenbladige Brunnera met een subtiel zilvergrijs vlekje in het blad. Niet zo opvallend als de bekende zilverbladige vormen maar met een bescheiden schoonheid. De bloemen zijn blauw.
We hebben deze soort een aantal jaren niet gekweekt, hij groeit nogal opdringerig. Toch is er vraag naar makkelijke bodembedekkers voor moeilijke plekken, dit is er zo eentje. Bloeit vroeg in het jaar met lichtblauwe vergeet-me-niet achtige bloemen waarna het blad begint te groeien. Vormt dus een dichte mat.
Losjes groeiende, uitbundig bloeiende Klokjesbloem met grote hangende paars-witte klokken. Kan soms wat te enthousiast groeien.
Vrij grote Campanula met blauwe klokken. Voor een droge plek.
Bloeit de hele zomer met grote paarsblauwe klokken uit bijna zwarte knoppen. Groeit bossig met veel vertakkende stelen.
Iets netter dan de andere blauwe variëteiten; blijft iets kleiner en groeit ook wat minder breed uit. Voor iedere niet te natte grondsoort.
Stevige bossige planten met een zeer lange bloei; van mei tot september! De bloemen zijn staalblauw en hangen in grote getale aan de rode stelen. Vraagt een goed afwaterende plek.
Bloeit in de vroege zomer met grote trossen zachtblauwe klokvormige bloemen, veel vriendelijker dan ‘Prichard’s Variety’. Het blad heeft een frisgroene kleur. Heeft op rijke grond wat steun nodig.
Goed vertakkende groeiwijze en een rijke bloei. De bloemen zijn van het paarsblauw dat we meer zien bij Campanula’s. Verdraagt een beetje schaduw prima.
Goede schaduwplant met een bijzondere bloemkleur: de bloemen zijn bleeklia. Houdt niet van droogte, verdraagt een beetje zon als de bodem niet uitdroogt.
Selectie van Coen Jansen met grote, blauwpaarse bloemen die schuin van de stelen afstaan. Valt niet om en is, volgens Coen, ‘zeer bloeiwillig’.
Pinksterbloem. Hoe komt het dat Pinksterbloemen bloeien tijdens Pasen en nooit tijdens Pinksteren? Ze groeien van oorsprong op vochtige, onbemeste graslanden, ze houden niet van de moderne rijk bemeste weilanden. Zeer geschikt voor verwildering in bloemenweides e.d.
Knoopkruid. Zeer algemene inheemse plant, groeit in graslanden op dijken en in wegbermen. Erg variabel, de hoogte kan variëren tussen 40 en 120 cm. Houdt van matig voedselrijke, niet te droge plekken in de zon.
Donkerpaarse bloemen met bloemblaadjes die niet helemaal uitrollen waardoor een bijzondere vorm ontstaat, een beetje als een spin.
Wijd vertakte stelen met aan het eind een trosje donkerblauwe bloemen. Niet zo’n dichte tros bloemen als de veredelde variëteiten maar een prachtige bescheiden plant uit Kyrgyzstan, groeit daar op licht beschaduwde hellingen.