Bijzondere vorm van de wijfjesvaren: de bladdelen staan niet in een plat vlak aan de steel maar gekruist! Ze houden van vochtige grond maar zijn niet heel kritisch, als de grond maar niet uitdroogt.
Inheemse varen met lichtgroen blad. Groeit van nature op vochtige plekken in bossen, onder heggen en langs waterkanten.
Kleine maar makkelijk groeiende varen met donkerrode stelen en lichtgroen blad.
Losjes groeiende, uitbundig bloeiende Klokjesbloem met grote hangende paars-witte klokken. Kan soms wat te enthousiast groeien.
Bloeit de hele zomer met grote paarsblauwe klokken uit bijna zwarte knoppen. Groeit bossig met veel vertakkende stelen.
Knoopkruid. Zeer algemene inheemse plant, groeit in graslanden op dijken en in wegbermen. Erg variabel, de hoogte kan variëren tussen 40 en 120 cm. Houdt van matig voedselrijke, niet te droge plekken in de zon.
Donkerpaarse bloemen met bloemblaadjes die niet helemaal uitrollen waardoor een bijzondere vorm ontstaat, een beetje als een spin.
Borstelkrans. Opgaand groeiende planten met kleine lichtpaarse lipbloemen in schijnkransen. Houdt van de overgang tussen open plekken en meer beschaduwde bosranden.
Oost-Amerikaanse prairieplant, voorheen ingedeeld bij Eupatorium. Helder blauwpaarse, soms witte, pluizige bloemen. Zeer geschikt voor zware, natte grondsoorten. Kan zich soms snel uitbreiden.
Synoniem: Corydalis bulbosa. Holwortel. Inheemse (stinsen)plant die zich makkelijk uitzaait op zonnige of licht beschaduwde plekken, liefst met enigszins kalkhoudende bodem. De bloemkleur varieert tussen paars en wit. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Blauwgroen blad en donker paarsrose, buisvormige bloemen die in grote trossen bijeen zitten. Makkelijk groeiend, mooie bodembedekker onder heesters o.i.d. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Donkergroen blad met zeer afwisselende zilverwitte tekening. De bloeikleur varïeert tussen wit en donkerroze. Voor een kalkrijke plek in halfschaduw.
Inheemse Mannetjesvaren. Kan op vruchtbare plekken wel 100 cm hoog worden. Meer ingesneden blad dan dat van de Wijfjesvaren en minder kieskeurig qua standplaats. Groeit eigenlijk overal, als het maar uit de zon is.
Luchtige varen door het fijn ingesneden, opgaand groeiende blad dat toch makkelijk 60 cm hoog wordt. Groeit op koele, beschaduwde plekken in vrijwel iedere grondsoort. Wintergroen.
Geel uitlopend blad, later groener, en veel magenta gekleurde bloemen. Bloeit in het late voorjaar maar heeft de heel zomer wel wat nabloei. Prachtig!