Zaagblad. In Nederland in het wild uitgestorven maar gelukkig nog wel in cultuur. Dit is de witbloeiende vorm. Bloeit in de zomer met kleine witte distelachtige bloemen. Het blad is getand maar prikt niet. Voor voedselrijke grond.
Wintergroen grasje met frisgroen blad en lange smalle grijswitte bloeiaartjes. Houdt van kalk maar is niet kieskeurig. Goede gatenvuller.
Mooi gras met scherp gepunt grijs blad en een vroege bloei. Wintergroen. Bloeit vroeg (April, Mei) met vuilwitte pluimpjes.
Wintergroene lelie-achtige met zwaardvormig grijsgroen blad en witte bloemetjes in lange smalle trosjes. Kan in strenge (natte) winters bevriezen maar zaait zich dan wel iets uit.
Het blad van deze bosplant lijkt op Echte Salomonszegel maar de bloei is anders: staande pluimen met bijna witte bloemen. Vormt na de bloei rode bessen. Verdraagt slecht direct zonlicht.
Een nieuwe mini Guldenroede met een compacte groeiwijze. Bloeit lang met citroengele bloemen. Steriel, bloeit daardoor extra lang.
Iets hoger dan de soort, met ragfijn blad dat sierlijk overhangt maar nooit gaat liggen. De bloemen staan in ijle pluimen. Mooie herfstkleur.
Transparant klein grasje met mooie ijle pluimpjes.
Klein, maar nuttig grasje met ragfijn blad dat sierlijk overhangt maar nooit gaat liggen. De bloemen staan in ijle pluimen. Mooie herfstkleur.
Kleine Stachys met witte bloemen. Compact, betrouwbaar en makkelijk, vooral op zonnige standplaatsen. Rijk bloeiend in de zomer, trekt dan veel insecten.
Kleine Stachys met witte bloemen. Compact, betrouwbaar en makkelijk, vooral op zonnige standplaatsen. Rijk bloeiend in de zomer, trekt dan veel insecten.
Een plant om snel grote vlakken mee te bedekken, kan zich snel uitbreiden. Bloeit in het voorjaar met zachtgele bloemen die uit rode knoppen komen. De bloemen trekken veel bestuivers. Houdt niet van donkere schaduw maar zeer geschikt als onderbeplanting onder bomen of grote heesters.
Witte margrieten boven grijsgroen, diep ingesneden blad. Zeer rijke bloei.
Stond in het Zuidlimburgse Bommerig langs de kant van de weg en er zat zaad in. Het blad is driehoekig van vorm, boven in de plant wat meer langwerpig. De lipbloemen hebben een grote onderlip, de geelwitte kleur is niet spectaculair. Groeit graag aan de rand van bosschages.
Grote, losse planten met frisgroen blad en fijne, losse bloempluimen met grote witte bloemetjes.
Vooral geplant vanwege het grijsgroene varen-achtige blad maar hoewel de bloei niet spectaculair is, is het zeker niet onaardig: zachtgele bloemen in ijle pluimen. Bescheiden maar zeker de moeite waard.