Onbekende soort met groen, glimmend blad en in het late voorjaar kleine trosjes spierwitte bloemen. Na de bloei mooie zaadpluizen en een aantrekkelijke gele herfstkleur. Komt langzaam op gang maar is sterk.
Planten met groot rond blad dat pas na de bloei verschijnt. Bloeit met rosewitte, bolvormige bloeiwijzen aan kale stelen. Zeer geschikt als oeverbeplanting; vraagt vochtige grond.
Kleinere vorm van Darmera peltata, groeit veel trager dan de soort waardoor hij kleiner blijft. Bloeit met kleine, bolvormige schermen voordat het blad aan de plant komt. Het blad is groot en rond. Voor vochtige grond.
Wijd vertakte stelen met aan het eind een trosje donkerblauwe bloemen. Niet zo’n dichte tros bloemen als de veredelde variëteiten maar een prachtige bescheiden plant uit Kyrgyzstan, groeit daar op licht beschaduwde hellingen.
Schitterende Ridderspoor met gele (!) bloemen. Moeilijk te kweken en waarschijnlijk niet winterhard maar ik probeer het toch maar, ze zijn zo mooi. Groeit in Centraal Azië op warme droge hellingen in de volle zon.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Ruwe Smele. Mooie fijne planten met ijle bloeiwijzes hoog boven het (ruwe) blad. Deze variëteit blijft iets kleiner dan andere Deschampsia’s. Voor iedere vochthoudende grondsoort.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Karthuizer Anjer. Komt hier en daar nog in het wild voor. Kleine pollen grasachtig blad en kleine, felgekleurde bloemen. Niet erg standvastig maar leuk in een losse beplanting of bloemenweide.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.
Betrouwbare Dicentra met grijsgroen, diep ingesneden blad. Bloeit lang en rijk met donkerrose hartvormige bloemen, vooral op wat koelere standplaatsen. Groeit op niet te droge, beschaduwde plekken, heel geschikt om donkere plekken mee op te fleuren.
Puur witte, hartvormige bloemen staan in kleine groepjes aan de stelen. Na de bloei sterft het blad af en verdwijnt de plant ondergronds. Groeit op niet te droge standplaatsen uit de volle zon.
Langzame groeier met zachtrose bloemen in grote losse aren. De wortels van deze plant zijn wit, vandaar de soortnaam albus. De nederlands naam Vuurwerkplant dankt de plant aan de etherische olie de hij afscheidt. Bij warm windstil weer verdampt de olie en ontbrandt dan makkelijk. De plant heeft er verder geen last van.
De witbloeiende Vuurwerkplant. Voor een warme, kalkrijke plek met veel ruimte, ze kunnen slecht tegen concurrentie. De plant scheidt een olie af die bij warm windstil weer makkelijk brandt, vandaar de Nederlandse naam.
Opgekweekt uit zaad uit Kyrgyzstan. Waarschijnlijk een synoniem van Dictamnus albus, zie aldaar.