Kleinere Crocosmia, blijft lager dan de geselecteerde variëteiten. Groeit in Zuid Afrika in grote groepen in bosranden en langs waterloopjes. Heeft veel warmte nodig om goed te kunnen bloeien. De bloemen zijn oranje-geel.
Wijd vertakte stelen met aan het eind een trosje donkerblauwe bloemen. Niet zo’n dichte tros bloemen als de veredelde variëteiten maar een prachtige bescheiden plant uit Kyrgyzstan, groeit daar op licht beschaduwde hellingen.
Schitterende Ridderspoor met gele (!) bloemen. Moeilijk te kweken en waarschijnlijk niet winterhard maar ik probeer het toch maar, ze zijn zo mooi. Groeit in Centraal Azië op warme droge hellingen in de volle zon.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Ruwe Smele. Mooie fijne planten met ijle bloeiwijzes hoog boven het (ruwe) blad. Deze variëteit blijft iets kleiner dan andere Deschampsia’s. Voor iedere vochthoudende grondsoort.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Karthuizer Anjer. Komt hier en daar nog in het wild voor. Kleine pollen grasachtig blad en kleine, felgekleurde bloemen. Niet erg standvastig maar leuk in een losse beplanting of bloemenweide.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.
Betrouwbare Dicentra met grijsgroen, diep ingesneden blad. Bloeit lang en rijk met donkerrose hartvormige bloemen, vooral op wat koelere standplaatsen. Groeit op niet te droge, beschaduwde plekken, heel geschikt om donkere plekken mee op te fleuren.
De witbloeiende Vuurwerkplant. Voor een warme, kalkrijke plek met veel ruimte, ze kunnen slecht tegen concurrentie. De plant scheidt een olie af die bij warm windstil weer makkelijk brandt, vandaar de Nederlandse naam.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.
Wollig Vingerhoedskruid. Tweejarige met okergele bloemen met een bijna witte onderlip. Groeit op open plekken waar het zaad kan kiemen, ook in droge, schrale plekken.
Geel Vingerhoedskruid. Tweejarige met zachtgele bloemen in kleine aren. Groeit op droge, stenige plekken in de zon.
Een Vingerhoedskruid uit Spanje, een halfheester die een warme, beschutte plek wil met zeer droge grond. De bloei is prachtig, een soort paarsbruin met oranje.