Groter dan de meeste Nepeta’s, ook de bloemen zijn groter. Korte, dikke bloeiaren die bezet zijn met helderblauwe lipbloemen. Voor goede grondsoorten in volle zon of lichte schaduw.
Nieuwe introductie uit Amerika. Stevige, opgaand groeiende planten met heel veel grote blauwe lipbloemen. De bloemen staan bij deze variëteit mooi boven het blad. Voor kalkrijke, droge grondsoorten in de volle zon.
In Kirgizië zagen we berghellingen vol Onobrychis arenaria maar daar is geen zaad van te krijgen. Onobrychis viciifolia lijkt er op maar staat wat steviger. Wordt geteeld als voedergewas en komt ook ingeburgerd voor in kalkgraslanden.
Goede bodembedekker met in het voorjaar massa’s gele asterachtige bloemen aan lange kale stelen. Groeit makkelijk op iedere niet te droge standplaats.
Goede bodembedekker met in het voorjaar massa’s gele asterachtige bloemen aan lange kale stelen. Groeit makkelijk op iedere niet te droge standplaats.
Langzaam groeiende Boompioen die uiteindelijk 150 cm hoog kan worden. Bloeit op latere leeftijd met prachtig fluweelrode bloemen. Voor een mooi plekje op humusrijke grond, uit de volle zon.
Langzaam groeiende Boompioen die uiteindelijk 150 cm hoog kan worden. Bloeit op latere leeftijd met prachtig fluweelrode bloemen. Voor een mooi plekje op humusrijke grond, uit de volle zon.
Zeer zeldzame Pioenroos met zeer diep ingesneden blad. Houdt van goede, voedzame grondsoorten en zelfs dan goroeit hij langzaam. Niet verplanten dus!
Vrij grote bloemen met een gegolfde rand, rose gekleurd. Voor een goed drainerende standplaats in de volle zon.
Halfheester met sterk geurend grijsgroen blad. Bloeit in de zomer met blauwe lipbloemen. Groeit op warme plekken in volle zon.
Kleine Perovskia met grijsgroen blad en donkerblauwe bloemen. Doen het vooral goed op kurkdroge grond in de volle zon.
nauw verwant aan P. bistorta maar met langere bloeiaren en een iets latere, rijke bloei, mooi paarsrood. Geen plant die snel dichtgroeit, het blijven kleine pollen. Voor iedere niet te droge grondsoort.
nauw verwant aan P. bistorta maar met langere bloeiaren en een iets latere, rijke bloei, mooi paarsrood. Geen plant die snel dichtgroeit, het blijven kleine pollen. Voor iedere niet te droge grondsoort.
Waarschijnlijk niet de goede naam: zou korte, dikke rode bloeiaren moeten hebben. Onze planten hebben lange aren in een donkerrose kleur. Wie weet raad? Voor niet te droge grond in de zon of halfschaduw.
Gelukkig mag deze plant tegenwoordig ook Acogonon alpinum heten. De plant die ik hier heb als P. dshawachischwilii is wel een stuk slapper in de stelen dan mijn Acogonon alpinum die compacter en steviger is. Ik vermeerder ze voorlopig nog allebei onder hun eigen naam. Witte bloei in losse pluimen, bescheiden qua blad. Voor niet al te droge grond.