Relatief kleine bloemen in een mooie warmgele kleur. Het blad en de stelen zijn frisgroen. De kleinbloemige soorten zouden beter winterhard zijn. Geef ze een goed afwaterende plek in de volle zon. Regelmatig delen (in het voorjaar!) bevordert de bloei.
Onbekende soort met groen, glimmend blad en in het late voorjaar kleine trosjes spierwitte bloemen. Na de bloei mooie zaadpluizen en een aantrekkelijke gele herfstkleur. Komt langzaam op gang maar is sterk.
Schitterende Ridderspoor met gele (!) bloemen. Moeilijk te kweken en waarschijnlijk niet winterhard maar ik probeer het toch maar, ze zijn zo mooi. Groeit in Centraal Azië op warme droge hellingen in de volle zon.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Ruwe Smele. Mooie fijne planten met ijle bloeiwijzes hoog boven het (ruwe) blad. Deze variëteit blijft iets kleiner dan andere Deschampsia’s. Voor iedere vochthoudende grondsoort.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Prachtige anjer met prachtig diep ingesneden witte kroonblaadjes die de bloemen een bijna pluizig aanzicht geven. Groeit op open plekken op goed doorlatende grondsoorten.
De witbloeiende Vuurwerkplant. Voor een warme, kalkrijke plek met veel ruimte, ze kunnen slecht tegen concurrentie. De plant scheidt een olie af die bij warm windstil weer makkelijk brandt, vandaar de Nederlandse naam.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.
Geel Vingerhoedskruid. Tweejarige met zachtgele bloemen in kleine aren. Groeit op droge, stenige plekken in de zon.
Bijzondere bladplant met groot, diep ingesneden blad dat in paren uit de grond komt. Bloeit met kleine witte schermen. Na de bloei worden blauwe bessen gevormd en verkleuren de stelen rood, zeer opvallend! De plant sterft vroeg af, vooral als de standplaats te licht is. Voor een humusrijke plek uit de zon.
Elliptisch gevormd blad met opvallende nerven. Bloeit met hangende zachtgele bloemen waarvan de knoppen bij het uitlopen van het blad al zichtbaar zijn. Na de bloei zwarte bessen. Langzame groeiende, betrouwbare plant voor iedere bostuin.
Donkergroen, geribbeld blad en dikke stelen. Grootbloemige Disporum met cremewitte bloemen, na de bloei rode bessen.
Bijzondere kleurcombinatie: de bloemen zijn groot en wit met een purperen hart.