Wintergroen. Groen-geel bont blad.
Zeer sterke planten met geelbont blad dat in de winter aan de plant blijft. Goede bodembedekker voor (half)schaduw waar het lichte blad een beetje kleur geeft.
Sterk gras met overhangend heldergroen blad en vroege bloei. Groeit graag in zon of halfschaduw.
Kleine vorm van Chasmantium latifolium met knikkende, platte bloeiaren die mooi verkleuren als de zaden rijpen. Het blad verkleurt in het najaar.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Klein grasje met opvallende donkere bloei aan iets overhangende aren. Zaait zich op onze rijke leemgrond uit. Oorspronkelijk niet inheems maar komt op steeds meer plekken verwilderd voor.
Kleinere vorm van het inheemse pijpenstrootje. Groeit op vochtige, niet te rijke grond.
Mooie middelhoge Molinia met rechtstaande bloeistelen en laag, overhangend blad. De bloei heeft inderdaad wel iets weg van fakkels, geelbruin en hoog boven het blad.
Groene Panicum waarvan het blad niet grijs of rood verkleurt zoals bij veel andere Panicums. Goede snijbloem. Houdt van iedere niet te droge standplaats in de zon.
Lage Panicum die in het najaar mooi rood verkleurt. Door de geringe hoogte en de ijle bloei goed toe te passen in kleinere borders.
Mooi strak gras met grijzig blad en purperkleurige bloei. Door zijn lagere groeiwijze goed toe te passen in borders.
Een Panicum met grijsgroen blad dat al vroeg in het seizoen paars-rood verkleurt. Bloeit in de nazomer en herfst met ijle paars gekleurde bloeiwijzes. Goede snijbloem.
Rood verkleurdend gras uit Noord Amerika met een goede stevige habitus en een mooi wintersilhouet. De rode verkleuring begint in juni en wordt in de loop van het seizoen steeds donkerder.
Wintergroen grasje met frisgroen blad en lange smalle grijswitte bloeiaartjes. Houdt van kalk maar is niet kieskeurig. Goede gatenvuller.